1986 Reisverslag Griekenland

Geschreven door Mârit

WOENSDAG 7 SEPTEMBER
Vliegen, niet zo gezellig qua verspreid zitten. Na de landing, meteen “onze vrouw” gevonden, razendsnel door de douane met haar aan onze zijde. In een vreselijk oude, maar mooie, Mercedes naar de haven gebracht. En daar lag “onze” Lady Ageliki.

Toch wel jammer voor de eigenaar dat wij niet kunnen zeilen, want ze (schepen zijn vrouwelijk, vooral dit schip) is vreselijk mooi, een beetje aan de mollige kant maar haar spiegel maakt een hoop goed. Ze is pas 6 maanden oud, 11.20 meter lang, 3.85 meter breed. Maar vooral het feit dat ze Deens is maakt haar erg aantrekkelijk. Volgens de kenners onder ons, niemand dus, zit alles erop, de laatste snufjes. Herman vindt vooral alle digitale metertjes mooi. Frank (vliegtuigbouwer, bouwt zelf niet) denkt dat we er wel mee kunnen vliegen. Als de windrichting t.o.v. de rompsnelheid gunstig is, in ‘t hydraulisch uiteraard qua pneumaat. Cor maakt zich voornamelijk druk om het feit dat er geen spa rood is. Bach houdt vol dat ook deze boot niet omkan. En ik laat alles gelaten over me heen gaan.

s’Avonds hebben we eerst een monoloog van ong. 2 uur van de eigenaar aangehoord, over de werking en uitwerking van Ageliki. Daarna (we moesten al die tijd serieus blijven) hebben we (behalve Cor) eerst wat baco’s en bier verslonden. Toen, vreselijk melig, een resto gaan zoeken. Onderweg de herkomst van het woord: “havenklap” (u allen welbekend) ontdekt. Want er zijn hier om de havenklap havens. In een etablissement waar men kan breakfasten, lunchen, dineren en spaghetteren, hebben wij dus gepizzeerd en gemousakeerd. Vreselijk leuke eigenaar/kok/kelner, toen ik vroeg wat patsisoup voor soup was, verklaarde hij dat het de maag van beef (!!) was, maar alleen in de winter want dan was het koud en de soup was heet. Vervolgens: “of the soup we have no soup!”. We hebben er vrij lang gezeten want tussen het eten koken en serveren door moest hij ook nog de katten wegjagen. En dat deed hij vrij fanatiek met een speciaal daarvoor vervaardigde stok, onder aanmoediging en -wijzing van zijn vriend. Cake en koffie waren smerig de rest was ok.

Toen, allen vermoeid (jetlag, tijdsverschil en alle emoties) zijn we onze kooien gaan inrichten. Frank: beregeil en dodelijk vermoeid, ging toch eerst zijn kleren opvouwen. En met de geluiden van polyesterrot (of rotpolyester) en de openluchtdisco verderop vielen wij in een onrustige slaap.

DONDERDAG 8 SEPTEMBER
Cor had Frank al twee keer op “repeat” gezet, maar toen moesten we er toch echt uit; 7.30 uur ! De eigenaar zou om 8.00 uur hier zijn om even een paar uur met ons mee te zeilen. Frank ging koffie zetten, en Herm zou een thermoskan gaan kopen, want, zo verklaarde Bach, de winkels zijn hier vroeg open. Vijf minuten nadat Herm weg was gegaan kwam de S.R.V. truck, daar deden wij dus onze inkopen. De koffie was niet te zuipen door het vieze water, dus maar thee gemaakt van bronwater. Daar hadden we ook koffie van kunnen maken, maar we hadden nog steeds geen thermoskan.

>Herm verklaarde bij zijn terugkomst: Het enige dat open is, is mijn voet en geen winkel. Waarna hij de boot rood ging verven met jodium….. Nadat wij gegeten hadden startten wij de motor voor onze eerste voorzichtige stapjes in open water. “Vindt je het leuk ?” – “Nee” – “Nu wel ?” – “Ja”. Fijn, we hebben een uurtje gezeild en de guys zijn helemaal enthousiast. Maar ik had me voorgesteld lekker op een handdoekje liggend te kunnen zonnen. Maar nee, we gingen zeilen, op één oor dus. Op dit moment gaan we de eigenaar droppen en dan zijn we op onszelf aangewezen!

Vertrokken van Kalamaki richting Aegina. Worden gevolgd door een boot die diep ligt, een kannietzienieboot cq duikboot.

We zijn in Aegina ! Het was verder zeilen dan we dachten; de haven ligt aan de andere kant van het eiland. Het ziet er hier vreselijk gezellig uit en dat zullen we ongetwijfeld uittesten. Vanmiddag hebben we nog gezwommen, heel warm en vooral heel zout water. Het was nog spannend om hier naar toe te varen qua diepte die niet zo diep was. Frank en Herm hebben het eerste bruin/witte spoor achter de boot getrokken, dat waren absoluut geen lieve kleine gele ……

Theorie Herm: qua polyesterrot (= kraken van de boot ‘s nachts) Deze boot was leeg en kraakte niet, komen er vijf “man” aan boord, waarvan zeker vier met overgewicht. En daar moet de huid van de boot aan wennen, dus de eerste nacht springen alle polyestertjes… Ik vraag het mij af, maar de baco’s smaken beft.

‘s Avonds hebben we weer op zo’n gezellig kattenterras gegeten, he Frank ? We bestelden soep, kippesoep, waarop de kelner vroeg “met kip ?” vissoep “met vis?” enz. Daar wordt je dus vreselijk melig van, dat werd natuurlijk vissoep met kip, en ga zo maar door. Frank kreeg nog wat wijn over zich heen, en later ook nog vette jus, zalig! The maindish vonden de katten erg lekker….. Zeer vermoeid dronken we nog een biertje op een terras, Herm liet hem zelfs onmiddellijk vallen! Ik ben m’n kooi maar ingekropen, om na een half uur wakker gemaakt te worden door de guys die stompzinnig zaten te bomen in de kuip. helaas komt mijn patrijspoort uit in de kuip zodat ik alles aan moest horen. Enfin op een gegeven moment daalde de rust neer over Aegina…..

VRIJDAG 9 SEPTEMBER
,
Frank was al om 7 uur afgegaan en had heerlijk vers brood gehaald, dus lekker ontbeten. Qua weer verderop, dat eruit zag als regen, zijn we eerst boodschappen gaan doen, zwemvliezen, kaarten, luchtbed en pistachenootjes gekocht. ‘s Middags zijn we op de brommer naar een baai verderop gegaan en daar hebben we gezwommen, gesnorkeld en stukjes hout verzameld -Herm-. We zouden hierna naar Poros gaan, maar de wind was volledig gedraaid en in een minuut tijd vreselijk aangewakkerd, zodat we dus moesten reven en het fok verkleinen. We konden niet veel anders dan terug naar Aegina, waar ons een overvolle haven wachtte qua iedereen schuilen voor de storm. De boot was inmiddels nogal vies geworden door de kussentjes die Cor gekocht had, die waren n.l. nogal verteerd en overal lag blauw poeder. Kopen met het koppie!. De jongens hebben een nieuw spelletje; spreken in spreekwoorden..

Vanavond hebben Frank en ik gevist met de vanmiddag gekochte inktvis,ble! Er waren wel veel happers, maar gelukkig geen bijters. Cor probeerde het ook nog even en ving meteen een krab ! Toen zat hij vast aan de grond, volgens hem een reuze vis (Het was dus een rockfish). In elk geval was het wel lachen. Ook nog vreselijk gelachen met een paar Fransen die aan wilden leggen. De haven was dus vol qua storm. Ze voeren de boot naar het midden van de haven en brachten tig ankers met hun mini rubberbootje her en der door de haven. Greenpeace taferelen ! Elke keer als er een vissersschip vertrok zaten wij vol spanning te wachten of het door een ankerlijn zou varen, maar helaas ….

Lekker gegeten s’avonds; souflaki en mousaka, daarna wilden we wel wat koffie gebruiken, maar toen we daarom vroegen was het antwoord: “No coffee, this is a restaurant” en we werden naar de buren verwezen. Leuk ! We waren allen vreselijk moe dus we gingen onze kooien in. Ik werd wakker van een enorme knal, gevolgd door geratel en Grieks gevloek. Herm vloog het bed uit, en de anderen ook aan het geluid te oordelen. Ik had geen zin om als enige te verdrinken, dus sprong ook uit bed. Er was dus een of andere visser tegen ons aangevaren, en nog wel tegen de spiegel ! (daar slapen Herm en moi dus) Maar voor zover we konden zien was er niets beschadigd. En Bach en Cor sliepen zelfs nog ! Verder de hele nacht onrustig geslapen qua Grieken achter ons met herrie radio. We hebben ‘s morgens wel wraak genomen door om 8.00 uur onze radio te testen.

ZATERDAG 10 SEPTEMBER
Richting Poros. Mooi weer. Onderweg kwamen we langs een mooie baai, waar we dus voor anker gingen. Frank, Bach en moi zijn gaan snorkelen. Over een rifje: allemaal visjes en blikjes Heineken. We zijn ons haar gaan wassen en even zonder broekje gaan zwemmen om de kont te spoelen. Meteen een groep milieu activisten achter ons aan. Herman knipte nog een leuke foto van Frank als Jezus. Daarna weer verder naar Poros, een heel mooie havenstad. Op een helling gebouwd. Allemaal witte huisjes. Toen we aangelegd hadden zag ik dat er veel vis zwom. Dus snel deeg gemaakt en een haakje uitgegooid, waarna ik een kwartiertje heb gekeken hoe de vis het deeg van mijn haakje af at. Cor probeerde het ook en ja hoor, hij sloeg er een aan de haak. Letterlijk. Daar hing het arme beest te spartelen in de lucht. “Haal hem eraf” zei Cor. “Nee doe jij dat maar” zo discussieerden we even. Toen ik hem uiteindelijk probeerde te pakken prikte het getergde dier mij. Dus eerst een theedoek gepakt en het onthaken liet ik aan Cor over, die dat vrij ruw deed. Toen nog vijf minuten gewacht tot Frank een foto kon maken. Enfin toen het beestje eindelijk in zijn element terug was zonk hij als een baksteen. Zielig. Dus het vissen is ook afgelopen. Water halen, ook een vak apart vooral als de slang de kraan niet haalt (scheelde maar honderd meter) dat betekent water halen met een jerrycan van een paar liter (of zoveel er in je jerry ken). Daar hadden de jongens het druk mee. Op een gegeven moment kwam Bach erachter dat het dopje van de watertank verdwenen was. Die hoorde op het gangboord te liggen (aan een kettinkje notabene). Het was dus aannemelijk dat hij nu op de zeebodem lag. Herm de dappere zeebonk – mijn held – trok een zwembroek aan, zette een duikbril op, dook onder de boot en kwam boven met het dopje in zijn hand ! Toch vierenhalve meter diep in een vieze haven vol drollen. Knap. Borrelen en de stad in, foto’s maken, de toerist uithangen en tot de conclusie komen dat Poros heel mooi is. Naast ons lag met een vieze stinkende dieseltuffer een vieze, vette, dronken Griek; met bilspleet, en een veel te mooie vrouw. Hij was wel aardig. ‘s Avonds zijn de jongens nog wezen stappen, moi is gaan slapen. Frank kwam ‘s nachts “de boot even verbouwen”. Stoer. Herm had zich nog niet geschoren en vertoonde stoppels op de kin en onder de neus. Net een Duitser. Volgens Cor was hij met zijn kin in een zee-egel gevallen. Rot geslapen voor de verandering.

ZONDAG 11 SEPTEMBER
We mochten uitslapen tot 8.30 uur, en kregen weer een lekker ontbijtje van Frank. Zeilen maar weer. Er stond een prettig windje en binnen no time hadden we de helft van het trajekt afgelegd. Tot we dus een bochtje draaiden. Weg wind. “Of the winds we have: no wind”. Wel vreselijke deining met een verval van anderhalve meter. Iedereen werd een beetje groen en stil, heen en weer gezwiep van de giek, en schudden op je plaats, bleh! Dat hebben we een aardig tijdje volgehouden, maar omdat we ook geen meter opschoten zijn we dus vlak langs de kust op de motor verder gegaan. Gaaf. Tot we aan een leuk baaitje kwamen waar we weer voor anker gingen. Zonnen, zwemmen, snorkelen. Heerlijk. Herm ging nog even als een niet stoere zeebonk op zijn bek tijdens het scheppen van een emmer water, om de cola op te ruimen die hij had omgegooid. Herm’s amusementswaarde is weer gestegen. Hij had ook de dingy opgepompt, maar we konden de plankjes die op de bodem horen niet vinden. Het was wel komisch toen we met vijf man op de dikke band rondom het bootje naar de kant voeren. En het was nog leuker toen we eenmaal op een terrasje zaten dat Herman besloot zijn kamera van de boot te halen. Het was een heerlijk gezicht: Herm roeien in dat wankele ding en vanaf de boot er weer in te stappen met de kamera om zijn nek. Thrillseeker. Heerlijk geluncht, Small fishes. Na de lunch tweehonderd meter varen naar Hydra. Mooi uiteraard. Een eind gelopen naar boven en mooie foto’s gemaakt. We konden vanaf boven Piet op de boot zien passen. Piet had Herm’s “gesprek” met een vrachtschip nog gehoord.

MAANDAG 12 SEPTEMBER
Vreselijk vroeg op; 7.30 uur, ontbeten en besloten dat we naar Khytnos zouden gaan. Om negen uur lagen we op een oor, flink schuin en met een behoorlijke deining. We zijn 1 x overstag gegaan en daarna dus in een rak verder. Na een eindeloos lange tijd (moi zat aan de hoge kant bang te zijn) zag ik toch land, of was het een fata morgana? Volgens de kaart moest dit een eilandje zijn dat ongeveer halverwege lag! Dus:

-het eilandje lag pas halverwege onze route;
-het eilandje was nog maar een klein stipje;
-we waren al zolang onderweg!

Om ziek van te worden, wat ik dus ook deed. Toen we voorbij het eilandje waren begon de ellende pas echt (ong. 14.30 uur) de boot begon te stampen – rumoerig zeetje volgens de jongens. Heel erg lang zagen we niets anders dan hoge golven, en hadden we echt geen moment rust. Ik verlangde zo naar het vasteland dat ik het ook als eerste ontdekte; “land in zicht!”

Helaas was dit Kea en niet Khytnos, dus verder maar weer.

Humoristische noten (ondanks alles):
-“na deze dag kan een bezoek aan de tandarts niet erg meer zijn…”
-(omdat ik al mijn kleren aan hield) “zo wordt je niet bruin Marit”, “nee, alleen m’n broek wordt bruin!”
-“Cor, dat je kan slapen met dit weer, je leven staat op het spel!”
-Frank gaat naar beneden; knijpt z’n neus dicht, en neemt een hap lucht…

Om 18.00 uur waren we dan eindelijk op Kythnos (vlak daarvoor nog even het “in het zicht van de haven vergaan” besproken) het is absoluut geen toeristen eiland, het ziet er heel aardig uit.

We horen net over de marifoon dat er vanavond tussen 19.00 en 21.00 uur torpedo’s af worden geschoten, daar waar wij de hele dag hebben gevaren! Lekker fris, blij dat we binnen zijn.

Vandaag 9 uur gevaren, ruim 80 kilometer afgelegd. Fijn!

s’ Avonds lekker gegeten met spacecake toe ! We zaten aan de boulevard en er kwam om de vijf minuten een vrachtwagen vol zand langs, waarbij het bestek van de tafel rammelde, daar kregen we echt de slappe lach van, stel je zoiets voor in Nederland…..

ZALIG GESLAPEN !

DINSDAG 13 SEPTEMBER
Beetje laat vertrokken qua bakker die nog niet open was, Bach en Herm nog een metertje (zelfgemaakt!) ijs gehaald.

Koersje uitgezet voor de rest van de week, als alles volgens planning verloopt gaan we nu richting Siros (Ermoupoli) en vervolgens: Mykonos (Mykonos), Andros (Batsi), Kea (Korissia), vasteland (?), Glyfada en Kalamaki de thuishaven.

Om 19.00 uur kwamen we aan in Ermoupoli dat echt geen toeristenhaven is maar meer zoiets als de Rotterdamse haven ! Kun je je voorstellen hoe dat voelt; met een bootje van elf meter tussen grote vrachtschepen en dokken, fijn! Ermoupoli is ook de hoofdstad van de Cycladen, het is een behoorlijk grote stad, erg druk en grauw heel anders dan we tot nu toe gezien hebben. We kwamen naast een gigantisch zeiljacht te liggen van ongeveer “25 meter” w:st=”on”>25 meter lang. De mensen aan boord hadden erg veel belangstelling voor “onze” boot, wilden weten waar ze gebouwd was, wat ze gekost had, of we aan een wedstrijd meededen (“ja, en de rest zal morgen wel aankomen!”) en nog meer van die moeilijke vragen. Bach vroeg nog aan hen of hun schip in Tokyo gebouwd was. Die lui waren alle hetzelfde gekleed en wat bleek even later; het was de bemanning! Hebben wij gewoon met de bemanning staan praten! Later kwamen er drie oudere heren aan boord die duidelijk minder te doen hadden, en onze “vrinden” gingen drankjes inschenken en de boot poetsen, GAAF! We moesten ons ook melden bij de havenpolitie en zelfs Fl 1,30 betalen!

Nadat we wat gedronken hadden zijn we de stad ingegaan, wat een drukte! Vreselijke winkels met dito etalages, arakhokken, een mooi plein met standbeeld etc. We zijn gaan eten op een terrasje aan de kade, zalig gegeten; tsatsiki met brood, greek salade en een pizza, het smaakte perfect. Net toen we de stad weer inliepen scheurde er twee brandweerwagens met sirene en zwaailicht voorbij, wij erachter aan natuurlijk, een Griekse brand; nog nooit gezien.

Er bleek “brand” te zijn in een wasserette/stomerij/puinhoop. Echt humor zoals die brandweer opereerde, zeg maar chaotisch. Enfin we hebben ons wel geamuseerd…. Daarna zijn we naar een pianobar gegaan, vreselijk sfeervol qua buitengebeuren, terrasidee, druivenranken, wit geschilderde bomen en goeie muziek. We bestelde drankjes en Bach wilde een biertje “sorry, no beer” was de reactie! Dat was echt brullen en werd natuurlijk “sorry, no beer this is a bar!” (zie Egina) Die houden we erin. Gelukkig smaakte de cocktails ook prima. Slapen was lekker rustig.

WOENSDAG 14 SEPTEMBER
Om 7.30 uur opgestaan, minzaam gezwaaid naar de kapitein van het bootje naast ons,”the Gang” uit bed geslagen. Herm en Cor boodschappen gedaan, boot zeilklaar gemaakt en hup richting Mykonos, onderweg ontbeten. En op dit moment, met aanwakkerende wind, gaan we 8 knopen (= 1 rits).Cor en Herm doen een wedstrijd “wie valt er het eerst van de bank” (qua op een oor en toch binnen slapen). Boink! en “godver!”, Herm heeft gewonnen…

We zijn op Mykonos! Frabbing en moi wilden naar Delos, een klein eilandje voor Mykonos dat vol staat met ouwe puinhopen, maar de boot daar naar toe was al vertrokken. Dus zijn we samen met de rest van de bende naar een verhuurbedrijf gegaan en hebben daar twee scooters en twee snelle brommers gehuurd.

Daarmee dus de hele middag over het eiland gescheurd, echt waanzinnig mooi, heel veel foto’s gemaakt en heerlijk verbrand. Toen we dik onder het stof zaten hebben we de vehicels weer ingeleverd. Snel ons haar en lichaam gewassen in de zee en fris waren we weer.

s’ Avonds het dorpje ingegaan en dit is echt het mooiste dat we tot nu toe gezien hebben, je waant je continu in een ansichtkaart. Zalig gegeten op een van de overvolle terrasjes.

En toen zowaar de kroeg in gegaan! Tequilla Grand Slam gedronken in een leuke Engelse pub. Frank was horny en heeft nog geprobeerd om een rooie te versieren, maar toen hij even ging pissen was zij gevlucht, ach…. style=’mso-spacerun:yes’> Om een uurtje of twee zijn we de kooien ingedoken.

DONDERDAG 15 SEPTEMBER
Wakker geworden van gebonk, we lagen te rossen op de rotsen!

En terwijl de kapitein doorsnurkte hebben wij de boot iets naar achter getrokken,voorlopig weer gered. Waardeloos hier trouwens; vreselijk veel deining en lawaai. Frank vindt dat je van rooie vrouwen hoofdpijn krijgt… Nadat we geprobeerd hadden of koffie een goed medicijn was zijn we in het dorp gaan ontbijten. Toen op foto- en dolfijnen excursie gegaan, rolletje vol en een dolfijn van Herm gekregen opdat ik niet meer voor elke juwelier stil zou staan. Onder het genot van een biertje en een greek salade (lunch alweer) besloten nog maar een avondje te stappen, en dus ook een dagje zwemmen, vissen, zonnen en Herm mocht nog even met z’n misthoorn naar mooie meisjes blazen…

Toen we op de boot zaten zagen we zo’n typisch Grieks bootje aankomen varen, met daarop een kudde schapen, een muilezel en een pony! We gingen natuurlijk wel even kijken toen bleek dat ze vlak bij ons gingen “lossen”. Die schapen waren niet zo’n probleem, want toen er een schaap van de boot was, viel de rest ook niet ver van de boot om maar eens een uitdrukking te gebruiken. De muilezel en de pony hadden een beetje last van de gladheid (schapenstrond op een houten dek ) maar ze kwamen aan wal. De schapen en de muilezel werden meegenomen door een man en even later kwam de eigenaar van de pony, hij liep met hem naar z’n auto en bond het beest aan de trekhaak! En ja hoor hij stapte in z’n auto en reed weg, we kwamen echt niet meer bij van de lach (natuurlijk geen kamera mee) het beestje was het duidelijk gewend want hij draafde er rustig achteraan…

We waren door een man die we s’middags hadden ontmoet uitgenodigd om te komen eten in zijn restaurant. Daar gingen we dus maar naar toe, het zag er heel prettig uit, een grote grill met heerlijk ruikende vis erop. De restauranthouder reageerde enthousiast en zette ons aan een grote tafel. lang=EN-GB style=’font-size:10.0pt; font-family:Arial;mso-ansi-language:EN-GB’>En in een “you take the fishes and three Greek salade o.k.?” stijl deden we onze bestelling. Drie joekels van vissen kregen we daarop, en ze waren echt zalig, dit vond ik zelfs lekker. De eigenaar van het restaurant kwam geregeld aan onze tafel een praatje maken, vooral over de verschillen tussen Griekse en Nederlandse restaurants. Hij was in Nederland geweest en had daar ook gegeten, zoals die man dat vertelde; je zag hem daar gewoon de keuken inlopen (hier heel normaal) om even te kijken wat er te eten was. Hij vondt de koks ook erg vreemd: dikke buiken, grote snorren en rare mutsen. En het duurde hem ook allemaal te lang, nou dat klopt wel want hier wordt alles letterlijk op tafel gegooid in een heel vlot tempo. De rekening was voor Griekse begrippen (waar wij zo snel aan gewend zijn) vreselijk hoog; DR 18750, maar het was het zeker waard. Daarna wezen drinken in de Scandinavian bar en bij Theo’s Down Under. Vreselijk gezellig: drie uur. Rustige nacht met veel muggen.

VRIJDAG 16 SEPTEMBER
Acht uur wakker. Kennis gemaakt met onze buren. Wereldzeilers op een heel oude boot. Zij hebben een katje van Kythnos meegenomen, het beest heeft een landobsessie en daarom moeten ze van de kant af liggen. Tot overmaat van ramp was hun dinghy ook nog weggedreven.

We zeilen op dit moment langs Tinos, dat we niet aandoen, richting Andros. Warm weer weer of eigenlijk vreselijk heet, niet om uit te houden, geen wind en zeer vochtig, blueuh. Wat Herman inspireerde tot de legendarische uitspraak: “Hellas radio, Hellas radio this is Lady Ageliki, we need wind!” (over de marifoon). Wel maksimaal aan het bruiningsschema werken. We kwamen om ongeveer zes uur in Batsi aan, waar zegge en schrijve een zeiljacht lag: Hollanders !! Een van hen ving ons landvastje en een medematroos van hem zei op zeer bekakte wijze: “Even een paelsteekje, Ben”. Waarop ik zei: “Ja de beroemde paalsteken”, wat niet echt gewaardeerd werd. Dus mochten we het verder zelf doen, wat niet echt soepel verliep. Lezen, meuren, vissen het bekende ritueel. Herm ziek. s’Avonds hebben we pizza gegeten: “No salad” (This is a salad bar) en een cocktail in een barretje gedronken. Te veel. Vreselijk warm, vooral in de kooi waar Herm en moi lagen te slapen. Herm als een natte dweil naast me. Stiksyndroom. “De grootste smeerlappen zijn de grootste viezerikken”-trofee werd vandaag gewonnen door Frank die toen hij de WC uitkwam een bundel katoen over mijn hoofd de zee ingooide met de woorden: “Die onderbroek is zo vies, die was ik niet meer!”.

ZATERDAG 17 SEPTEMBER
Vroeg op for a change en naar de supermerkado gesneld. Die was dus dicht. Iedereen uit bed geramd en ontbeten op een terras. lang=EN-GB style=’font-size:10.0pt;font-family:Arial; mso-ansi-language:EN-GB’>Lekker. Nu varen we richting Kea. “Of the winds we have no wind, of the sun we have lots of sun, of damp we have too much”. >Fijn! Zo blauw als een Griekse deur, na een wel zeer hete dag zijn we geankerd in een baai, en weer snorkelen off course. Cor waren we even kwijt en die kwam later mededelen dat hij wat teckels had uitgelaten en al zwemmend kwam ik bijna in aanvaring met zo’n ding. Dus Cor heeft vandaag de trofee. Er lag een net in het water en ik heb als een zeemeermin alle visjes bevrijd. Daarna gingen we naar Nicolayos ongeveer het kleinste plaatsje tot nu toe. Moi is even gaan meuren en later kwam Herm me wakker maken want het was zo gezellig op de kade. De jongens speelden backgammon, en dat blijkt de manier te zijn om met autochtonen in kontakt te komen. Cor speelde met een Griekse vrouw die het behoorlijk goed kon, ze gaf ook tips die Cor niet opvolgde omdat hij, volgens zijn zeggen, wilde winnen. Het was heel gezellig. Frank en moi hebben ieder nog een heel mooi bord gekocht; met de hand beschilderd met gips en verf. We hebben op dat terras ook gegeten, lekker en het goedkoopste tot nu toe. Daarna zijn we gaan drinken verderop de boulevard en hebben we zo vreselijk gelachen, we hadden vanmiddag wat problemen gehad met aanleggen en Herm zag de oorzaak daarvan in het feit dat de haven te ver van de kade lag! Frank was weer als een Griekse deur zo blauw en iemand maakte de opmerking dat hij zo weinig kan hebben qua drank. Volgens Cor moest hij meer gaan trainen i.p.v. de hele avond als een ooievaar te gaan staan! Naast ons zat een stel zeer bekakte Nederlanders die werden prompt gebombardeerd tot paalstekers… Uiteraard kwamen ook de houtjes en de teckels ter sprake. Cor zat met tranen op zijn wangen te vertellen hoe hij vanmiddag zijn teckel had gedraaid. Liggend op zijn rug in het water met zijn hoofd tegen de wind in (hoe hij dit moest doen had hij allemaal gelezen in de grote schijthuizeralmanak) en zo maakte hij de grootste rechte teckel ooit geproduceerd. “Anders draaien ze altijd in de pot, nu stond hij fier rechtop in het water”. Zo ging het de hele avond door, tot Frank blauw terugwaggelde naar de boot, na heel wat keren gegoofd te hebben. Elke keer als we hem iets vroegen was het “pffrr”, heel intelligent. Wij, Herm, Cor en moi besloten te gaan vissen. Maar weinig vangen s’nachts. Zelfs niet toen Herm de grote halogeenlamp erbij haalde. Dus teleurgesteld onze kooien maar ingekropen.

ZONDAG 18 SEPTEMBER
Mochten helemaal uitslapen tot negen uur. Frank had natuurlijk een kater. (“een Abbing heeft nooit een kater”). Vies ontbijt qua oud brood. Varen nu richting Fokaya en dat is alweer het vaste land. Het is overigens weer zinderend heet en dit is een uienkoers met golven van vrachtboten. Even later weer schuin alarm, ik word gewoon misselijk als er water over het gangboord loopt. Het duurde gelukkig maar even. Toen we in Fokaya aankwamen bleek dit dus een heel klein vissershaventje te zijn; er was nog een plaatsje tussen al die vissersboten in. Met handen en voeten vroegen we of we daar konden liggen, en dat was oke. Maar nadat Herm vijf jerrycans water had gehaald kwam er dus toch nog een vissersboot die daar moest liggen. Konden we weer opzouten. Even later liepen we vast met de kiel op de bodem. Ook een fijn fataal gevoel. En nu liggen we voor anker buiten de haven, dat wordt dus dobberen met onze zeewaardige dingy (dus niet). Daarvoor moeten we Etmektzoglou Apostolos nog wel even voor pielhalen (variant op het aloude kielhalen). Ik ga maar aan de ma-ma-ma-malibu, drank doet me al deze ellende wel vergeten. Als je Metaxa drinkt en je bent aan je me tax a dan ben je zo blauw als een Griekse deur. O ja, “de grootste viezeriken zijn de grootste smeerlappen”-trofee is vandaag gewonnen door Cor. Hij heeft de hele dag in een witte onderbroek rondgelopen, zeer onesthetisch.

Na een tijdje gelezen, gespeeld etc. te hebben zijn we ons maar gaan voorbereiden op de tocht in de dinghy. Herm stapte zeer enthousiast in, viel met een been in het water en dreef snel af. Cor en ik stonden schuddebuikend toe te kijken, waarop Herm in een lichte boosheid riep dat we het touw vast moesten houden. Tsja wie stapt er nou in een rubberboot die niet vastligt ? Wij waren geheel en al onschuldig en Herm dreef verder af. Wij roepen: “Peddel dan terug”, waarop Herm antwoordde: “Ja dat red ik niet alleen, jullie moeten maar zwemmen”. Maar de dappere zeebonk redde het toch, mede dankzij het Hermvastje dat ik hem toewierp. Enfin, Cor (nog steeds in onderbroek, zijn kleren in een tasje bij zich) stapte ook in en viel met een been tussen boot en boot. Zijn slipje was zelfs nat, nu waren Herm en ik aan het schuddebuiken, zo is hij dan ook wel weer. Voordat ik het slachtoffer zou worden, verving ik mijn lange broek door een korte. En Cor trok een droog slipje aan. Met mijn style=’mso-spacerun:yes’> schoenen in een tasje stapte ik in, geen enkel probleem natuurlijk. We hebben het bootje eerst maar eens opgepomd zodat hij iets steviger was. Voor de anderen was het nu een piece of pie om in te stappen. Het peddelen viel mee, het aanleggen op een strand vol wier (met daarin wellicht verborgen teckels) was niet ideaal. Eten recht boven onze bootjes, zalige steak van de grill. En verder was er dus niets in deze plaats, behalve dan de zes restaurants en een ijsboer. Dus de terugtocht maar weer aanvaard, nu al zeer geroutineerd en dus zonder makken bij onze lady aangekomen. Overigens een schitterend gezicht, donker water, nog zwartere bergen op de achtergrond, heldere hemel en een volle maan die schijnt op de bootjes. Prachtig. Nog even lezen en dan slapen.

MAANDAG 19 SEPTEMBER
Dus niet slapen, het was niet een beetje woelig hier, vreselijk de boot lag te stampen en te klotsen, kettingen rammelden, touwen sloegen tegen de mast, kortom: K! Qua wakker geen ontbijt, wel koffie en meteen vertrokken richting Glyfada waar de bewoonde wereld moet zijn. Bach roert, Frank puzzelt/dipt, Cor leest/slaapt, Herm slaapt en ik denk erover om te gaan slapen… het leven is hard, nee dat moet je gek vinden!

Aangekomen in Glyfada hebben we gedieseld en gewaterd maar er was geen plaats in de haven en ook niet in een van de andere drie, dus zat er niets anders op dan door te kachelen naar Kalamaki. Daar aangekomen met veel moeite onze plek gevonden en aangelegd. Toen, met een taxi die nix kostte, naar Glyfada gegaan, vieze hamburger gegeten en naar het hotel gegaan waar Bach en Moos vorig jaar zaten. Daar een zalige cocktail by the pool genomen, en even later een duik in the pool. ZALIG! Eenmaal opgefrist nog lekker zitten drinken. Daarna in “pizza-palace” een pizza besteld, en ja hoor; “of the pizza’s we have no pizza’s” Dat treffen wij weer. Het overige voer was redelijk. Daarna de kroeg in, gezellige tentjes, pindamannen, goeie muziek. Cor en moi zijn op een gegeven moment met oververmoeidheidsverschijnselen (leuk galg-woord) richting boot gegaan. De taºi driver sprak helemaal geen Engels, ook geen Grieks denk ik want hij sprak helemaal niet. Wel zette hij ons halverwege uit de auto, bij de haven maar nog wel een kilometer lopen, fijn als je al zo moe bent. De guys kwamen iets later ook thuis, Herm had ‘s morgens spierpijn van het dansen, dus zijn voetstappen zullen daar wel weer op het plafond staan.

DINSDAG 20 SEPTEMBER
De wekker doet het in ieder geval, onze prachtige gifgroene Chinese wekker! De boot even goed aangelegd het grootzeil op z’n Duits opgevouwen en toen zijn Herm, Cor, Frank en moi richting Akropolis gegaan. Dat is nog niet eenvoudig, we zijn wel 30 x de weg over gerend omdat we dachten dat de lege taxi’s aan de andere kant reden. Eindelijk stopte er een, maar hij kon ons niet naar Akropolis brengen omdat hij een m-taxi was en wij moesten een z-taxi nemen, fijn! Na een jaar stopte er een Mercedes. Hij wilde ons wel wegbrengen voor 2000 units, beft, zo gezegd zo gereden. Het was zeer de moeite waard wel vreselijk druk maar ongelooflijk mooi.

Nog even lol gehad met de jus-verkoper die Duitsers in de maling nam, schitterend. Na de puinhoop zijn we nog even de stad in geweest die trouwens ook vol puinhopen staat.

Weer zeer veel moeite moeten doen om een taxi te krijgen, en dit x kostte het ritje ons 400 units, had Jaws ons toch behoorlijk getild. Wij argeloze toeristen. Enfin, gemiddeld kwamen de ritjes toch weer op nix uit. Frank moest al 6 uur schijten en kon nergens anders over praten, was wel zeer kritisch in zijn toilet keuze (trofee!) Even een hamburger gegeten en daar was Bach ook toevallig. Boot schoongemaakt en nog even bij een echt oud piratenschip gekeken. Vreselijk mooi, sailors-dream, was nog for sale ook… Nu zitten we te wachten op Apostelos, apostelijk niet? En hij kwam, en hij zag dat het goed was hij was zelfs meer dan tevreden. We waren, zonder slijmen de beste customers die hij ooit had gehad. Maar ja, voor ons waren er alleen Duitsers geweest… Volgend jaar moesten we hem maar direct bellen, dat was voor beide partijen interessanter. Daarna snel naar Glyfada getaºied en eindelijk pizza gegeten, die niet echt lekker was. De kroeg ingedoken waar een jongen een heel goeie dans show weggaf. Frank kon het beter zei hij zelf… Herm zei: “hij heeft mij gisteren zien dansen, toen hoorde ik hem al zeggen: dat ga ik morgen ook doen” Frank en Cor gingen al vroeg weg, Bach, Herm en moi zijn nog even wezen genieten van onze laatste ouzo-dollars (de koers was gunstig). Op een gegeven moment waren ze op en dus naar boot! We liepen langs de boulevard en opeens stond Herman stil, een boom had hem gegrepen en hij hing vast in z’n takken. Bach en ik lachen slap van de lach op de grond. “Help ik word aangevallen door een boom!” schreeuwde Herm. Het leukste was nog toen hij eindelijk los was en bleek dat z’n blouse helemaal gescheurd was! En dat commentaar van die blauwe deur! “..dat zou m’n perenboom nou nooit doen, heb je het gezien? m’n hele blouse kapot, en het was zo’n leuke, vond je hem niet leuk? wat een rotboom…” en zo draafde hij maar door. Buikpijn… Wekker op 5 uur gezet en gaan slapen.

WOENSDAG 21 SEPTEMBER
Om 5 uur eruit, hup hup in de kleren, tas pakken, taxi zoeken, (Cor getild) vliegtuig in, vliegen, filmpjes kijken. Schiphol, Abbing-ophaalservice. Thuis, Gijs, Gerrit…

Nu wil ik wel weer terug…

One thought on “1986 Reisverslag Griekenland

  1. Dit reisverslag, geschreven door Mârit is toch wel het allerleukste verslag op deze site.

Leave a Reply